Het volgende punt waar ik, op grond van Gods woord, tegenaan ben gelopen is het feit dat de (geloofs)belijdenis een kerkelijke instelling is. Nergens in de Bijbel lees ik hierover!
Ik snap wel hoe het ontstaan is, want doordat men de (baby)doop i.p.v. de besnijdenis is gaan leren kwam men in de knoop met de doop van Jezus Zelf. Jezus is besneden en is gedoopt. De kerk doopt i.p.v. de besnijdenis en dan….? Met de (baby)doop loop je dus als het ware vóór op hetgeen Jezus ons geleerd en voorgedaan heeft. Het had zo makkelijk kunnen zijn. Zonder vervangingsleer zou er gewoon niemand als baby gedoopt hoeven te worden, alleen als iemand tot geloof komt! Hetzij Jood, hetzij heiden. We hadden in het vorige hoofdstuk al opgemerkt dat een heiden ook niet besneden hoeft te worden als die tot geloof komt, maar dat alleen de geloofsdoop een instelling is wat wij heidenen gemeen hebben met de Joden.
In het apostelconvent (Hand.15) wordt het door Paulus ook heel duidelijk aangegeven dat een gelovige uit de heidenen niet besneden hoeft te worden. Als dan, volgens de kerk, de doop i.p.v. de besnijdenis is en de besnijdenis hoeft bij de heidenen niet uitgevoerd te worden (Hand.15:24), dan is het toch raar en on-Bijbels dat we de `vervanger` van de besnijdenis wel gewoon blijven uitvoeren bij heidenen? Omdat de kerk aan de (baby)doop vast blijft houden als vervanger van de besnijdenis is de (geloofs)belijdenis ontstaan als vervanger van de geloofsdoop. Ik zal dit in een tabel verduidelijken;
Jood heiden kerk
besnijdenis niks dopen
| | |
tot geloof komen tot geloof komen tot geloof komen
| | |
geloofsdoop geloofsdoop belijdenis
Ik heb bewust ‘heiden’ er ook bijgezet, omdat sommigen zichzelf niet zien als heiden. Maar als je geen Jood bent dan ben je, Bijbels gezien, een heiden. De volgorde van de Jood en de heiden, in deze tabel, is de Bijbelse volgorde. De volgorde van de kerk is onlogisch, door de kerkvaders verzonnen en on-Bijbels. Het is in sommige kerken zelfs mogelijk om de volgorde van ‘tot geloof komen’ en ‘belijdenis’ om te draaien. Maar daarover straks iets meer.
Door alle moeilijke formuleringen, formulieren, dogma’s, kerkelijke ordeningen, belijdenisgeschriften, enz, enz,………. is het voor de meeste mensen zó moeilijk geworden en gemaakt, dat er maar weinigen zijn die zich erin verdiepen. Als je aan een willekeurige kerkganger zou vragen wat voor leer er in de gemeente gebracht wordt, zullen maar weinigen je een duidelijk antwoord kunnen geven. “Het is allemaal opgesteld door godvrezende mannen, dus het zal wel kloppen. Daar hoeven wij ons (gelukkig) niet mee bezig te houden”; zal menigeen denken. Pas op dat ook over u niet gezegd zal worden, dat u ten onder bent gegaan door gebrek aan kennis. “Mijn volk is uitgeroeid, omdat het zonder kennis is” (Hosea 4:6a).